Certificering - Normen Zicht op ontwikkeling

Normen

Kwaliteit en toekomstsbestendigheid van het Taalhuis worden altijd getoetst aan de hand van zogeheten certificeringsnormen, ook wel kwaliteitsnormen genoemd. We hanteren zeven normen. Hieronder staat per norm wat in essentie aan de orde komt:

Norm 1: Beleid en financiën

  • Op welke wijze is het Taalhuis georganiseerd en hoe zijn bevoegd- en verantwoordelijkheden vastgelegd?
  • Op welke wijze worden de ambities van het Taalhuis financieel gerealiseerd?
Voorbeelden van documenten die je bij Norm 1 toevoegt bij de zelfevaluatie
  • Beschrijving van de activiteiten waarvoor de gelden wordt verstrekt staan;
  • Beschrijving van de (financiële) verplichtingen;
  • Duidelijk wordt hoe er verantwoording moet worden afgelegd;
  • Duidelijk wordt hoe er gehandeld wordt bij overschrijding/onderschrijding (Meerjaren)beleidsplan;
  • Beschrijving van de ambities, eisen en verwachtingen van landelijke, provinciale en lokale stakeholders;
  • Beschrijving van de wijze van financiering en samenwerking met de betrokken gemeente(n).
  • Een overzicht met beschrijving van uitgevoerde projecten en activiteiten ter bestrijding van laaggeletterdheid;
  • Een jaarverslag;
  • Uitvoering van klassikale taallessen of individuele leertrajecten;
  • Verslagen van evaluaties en/of reflectiemomenten, zowel met de (kern)partners als binnen het taalhuis;
  • Voorbeelden van tussentijdse wijzigingen in de dagelijkse praktijk van het taalhuis;
  • Voorbeelden waaruit blijkt dat de ambities van het taalhuis zijn bijgesteld;
  • Verbeterplannen c.q. verbetermaatregelen.

Norm 2: Middelen

  • Op welke wijze voorziet het Taalhuis in een fysiek herkenbare plek?
  • Hoe is de kwaliteit en snelheid van doorverwijzen van laaggeletterden naar passend aanbod?
Voorbeelden van documenten die je bij Norm 2 toevoegt bij de zelfevaluatie
  • Een beschrijving van het taalhuis als fysieke plek en hoe het taalhuis buiten de openingstijden bereikbaar is voor de doelgroep;
  • Aanpak voor het inzetten van vindplaatsen t.b.v. de doorverwijzing van laaggeletterden;
  • Aanpak voor het benaderen van de doelgroep van laaggeletterden;
  • Overzicht van verschillende soorten middelen die worden ingezet;
  • Beschrijving van de manier waarop de verschillende soorten middelen hun bijdrage leveren (direct vs. indirect) aan het bestrijden van laaggeletterdheid;
  • Actie- of projectplannen, waarbij concreet ingevuld is: • wat het doel is van de inzet van specifieke middelen;
    • voor welke periode specifieke middelen worden ingezet en wie verantwoordelijk is voor een effectieve en efficiënte inzet van middelen;
    •  hoe specifieke middelen een bijdrage leveren aan gewenste maatschappelijke effecten;
    •  wanneer de inzet van bepaalde middelen wel/ niet of meer/minder bijdraagt aan de realisatie van ambities en doelen van het taalhuis.
  • Een herkenbare, toegankelijke en goed geoutilleerde fysieke plek waar de activiteiten van het taalhuis worden uitgevoerd;
  • Een laagdrempelige voorziening voor mensen die buiten openingstijden vragen hebben;
  • Het aantal mensen dat per (kern)partner is doorverwezen naar het taalhuis;
  • Het aantal mensen dat door het taalhuis is doorverwezen naar passend aanbod, waaronder ook aanbod van commerciële aanbieders;
  • Verslagen van evaluaties en/of reflectiemomenten, zowel met de (kern)partners als binnen het taalhuis;
  • Evaluaties van de aanpak m.b.t. het inzetten van vindplaatsen en het benaderen van de doelgroep van laaggeletterden;
  • Voorbeelden van tussentijdse wijzigingen in de dagelijkse praktijk van het taalhuis;
  • Periodieke rapportages m.b.t. de inzet van middelen;
  • Evaluaties met leveranciers die specifieke middelen leveren;
  • Verbeterplannen c.q. verbetermaatregelen.

Norm 3: Samenwerking

  • Op welke wijze dragen de partners binnen het Taalhuis zichtbaar bij aan de ambities van het Taalhuis?
  • Op welke manier blijkt dat de subsidie(s) voor laaggeletterdheid rechtmatig en doelmatig ingezet worden door de partners binnen het netwerk?
Voorbeelden van documenten die je bij Norm 3 toevoegt bij de zelfevaluatie
  • Overzicht van (kern)partners en andere (taal) partners en hun bijdrage aan de ambities van het taalhuis;
  • Plan van aanpak met nadere concretisering van de activiteiten en inbreng van partners;
  • Activiteiten waaruit blijkt dat de (kern)partners en andere (taal)partners samenwerkingsactiviteiten verrichten op basis van samenwerkingsovereenkomsten of samenwerkingsconvenanten;
  • Een overzicht met beschrijving van activiteiten waaraan (kern)partners en andere (taal)partners hun bijdrage hebben geleverd;
  • Een jaarverslag met financiële verantwoording c.q. een jaarrekening;
  • Verslagen van evaluaties en/of reflectiemomenten, zowel met de (kern)partners en andere (taal) partners als binnen het taalhuis met medewerkers en vrijwilligers;
  • Voorbeelden van tussentijdse wijzigingen in samenwerkingsrelaties van het taalhuis;
  • Voorbeelden waaruit blijkt dat de samenwerkingsafspraken van het taalhuis zijn bijgesteld;
  • Verbeterplannen c.q. verbetermaatregelen.

Norm 4: Mensen

  • Op welke wijze regelt het Taalhuis vakinhoudelijke expertise?
  • In hoeverre voorziet het Taalhuis in relevante training, opleiding en begeleiding van professionals en vrijwilligers?
Voorbeelden van documenten die je bij Norm 4 toevoegt bij de zelfevaluatie
  • Personeelsplan, vrijwilligersbeleid en opleidingsplan;
  • Overzicht van taken, bevoegd- en verantwoordelijkheden en vereiste competenties voor medewerkers en vrijwilligers binnen het taalhuis;
  • Functieprofielen;
  • Beoordelingssystematiek
  • Uitwerking van het (meerjaren)beleidsplan in de vorm van actie- of projectplannen;
  • Vacatures waarin gerefereerd wordt aan vereiste competenties;
  • Een overzicht van functionerings- en/of beoordelingsgesprekken met functionarissen die belast zijn met de coördinatie en aansturing van het taalhuis. met beschrijving van uitgevoerde projecten en activiteiten ter bestrijding van laaggeletterdheid;
  • Registratie van opleidingen, trainingen, gevolgde workshops, congressen enz.;
  • Deelname aan netwerken; Diploma’s/certificaten als bewijs van deskundigheid;
  • De dagelijkse/wekelijkse inzet van vrijwilligers binnen het taalhuis te laten zien, bijv. door middel een overzicht van welke taalvrijwilligers aan welke taalvragers zijn gekoppeld;
  • Verslagen van evaluaties en/of reflectiemomenten, zowel met de (kern)partners als binnen het taalhuis;
  • Gewijzigde functieprofielen; Evaluatie van gevolgde opleidingen en trainingen;
  • Analyse van functionerings- en beoordelingsgesprekken;
  • Voorbeelden van tussentijdse wijzigingen in de dagelijkse praktijk van het taalhuis op het gebied van mensen;
  • Verbeterplannen c.q. verbetermaatregelen.

Norm 5: Producten en diensten

  • Is er een basiscollectie van (les)materialen en een actueel en een totaaloverzicht van producten en diensten (i.v.m. eigen aanbod en doorverwijzen)?
  • Op welke wijze worden relevante producten, diensten en activiteiten ingezet om bij te dragen aan de ambities, ook als het Taalhuis enkel een verwijzende of administratieve functie heeft?
Voorbeelden van documenten die je bij Norm 5 toevoegt bij de zelfevaluatie
  • Relevant en actueel aanbod van producten en diensten;
  • Productenboek;
  • Werkwijzen voor het omgaan met wachtlijsten, hiaten in het aanbod en het onafhankelijk doorverwijzen naar ander passend aanbod;
  • Producten (bijv. collectie), diensten (bijv. taallessen of individuele leertrajecten) en activiteiten (bijv. Taalcafés) in uitvoering;
  • Leerplannen van taalvragers;
  • Een overzicht met beschrijving van uitgevoerde projecten en activiteiten ter bestrijding van laaggeletterdheid;
  • Verslagen van evaluaties en/of reflectiemomenten, zowel met de (kern)partners als binnen het taalhuis;
  • Voorbeelden van tussentijdse wijzigingen in de het aanbod van het taalhuis; Voorbeelden van tussentijdse wijzigingen in het omgaan met wachtlijsten, hiaten in het aanbod en het onafhankelijk doorverwijzen naar ander passend aanbod;
  • Verbeterplannen c.q. verbetermaatregelen.

Norm 6: Resultaten en maatschappelijk effect

  • Op welke wijze toont het Taalhuis aan dat het zijn gewenste resultaat en maatschappelijk effect realiseert?
  • Op welke wijze leert het Taalhuis van de dagelijkse praktijk en hoe ontwikkelt het zich door?
Voorbeelden van documenten die je bij Norm 6 toevoegt bij de zelfevaluatie
  • Beschikbaarheid van informatie/onderzoek m.b.t. realisatie van ambities;
  • Beschikbaarheid van informatie/onderzoek m.b.t. realisatie van maatschappelijke effecten;
  • Verslagen van evaluaties en/of reflectiemomenten, zowel met de (kern)partners als binnen het taalhuis;
  • Voorbeelden van tussentijdse wijzigingen in de dagelijkse praktijk van het taalhuis;
  • Verbeterplannen c.q. verbetermaatregelen;
  • Notulen van overleg van (kern)partners waaruit blijkt dat het (meerjaren)beleidsplan, al dan niet op onderdelen, is aangepast.
  • Voorbeelden waaruit blijkt dat de ambities van het taalhuis zijn bijgesteld.

Norm 7: Handelen conform (privacy)wetgeving

  • Op welke wijze voldoet het Taalhuis aan de eisen die gesteld worden vanuit wet- en regelgeving en in het bijzonder aan de privacywetgeving?
Voorbeelden van documenten die je bij Norm 7 toevoegt bij de zelfevaluatie
  • Beleid m.b.t. (privacy)wetgeving; Een overzicht van relevante (privacy)wetgeving waaraan het taalhuis dient te voldoen;
  • Verantwoordelijkheden en bevoegdheden m.b.t. (privacy)wetgeving;
  • Aantoonbaar bekend te zijn met de vraagstukken op het gebied van (privacy)wetgeving;
  • Toepassing van (privacy)wetgeving in de alledaagse bedrijfsvoering van het taalhuis;
  • Handelwijzen bij afwijkingen of problemen m.b.t. (privacy)wetgeving;
  • Een overzicht waaruit blijkt dat het taalhuis wijzigingen in (privacy)wetgeving bijhoudt;
  • Verantwoordelijkheden en bevoegdheden m.b.t. (privacy)wetgeving;
  • Verslagen van evaluaties m.b.t. (privacy)wetgeving, zowel met de (kern)partners als binnen het taalhuis;
  • Voorbeelden waaruit blijkt dat (verbeter)maatregelen genomen zijn bij afwijkingen van (privacy) wetgeving;
  • Een plan van aanpak, met een duidelijk tijdschema met resultaatverplichtingen;
  • Een van (aanvaardbare en niet aanvaardbare) risico’s.

Kader

Hier kun je het volledige certificeringskader Zicht op Ontwikkeling en de toelichting daarop lezen.

Voorbereiding

Per norm is er een uitgebreide whitepaper en een video. Op deze pagina vind je alles wat je nodig hebt voor de voorbereiding.

Certificeringsreglement

Dit Certificeringsreglement legt de verantwoordelijkheden en bevoegdheden vast van bestuur, directeur en auditoren.