Vorige week bekrachtigden vertegenwoordigers van de drie overheidslagen (Rijk, provincies en gemeenten) en van de Nederlandse openbare bibliotheken het Bibliotheekconvenant 2020-2023. De betrokken partijen benadrukken met het convenant het belang van een volwaardige lokale bibliotheekvoorziening. Dit is een voorwaarde om een bijdrage te kunnen leveren aan de drie grote maatschappelijke opgaven waar ze zich de komende jaren op gaan focussen. Bij de uitvoering worden ook andere partners betrokken. CBCT heeft een rol met betrekking tot monitoring en certificering.

De focuspunten zijn:

  • het bestrijden van laaggeletterdheid
    De bibliotheek speelt van oudsher een belangrijke rol bij leesbevordering. Er komt een extra impuls om met name bij jongens, vmbo’ers en leerlingen met een meertalige achtergrond het lezen te stimuleren.
  • het bevorderen van digitale inclusie
    Iedereen moet kunnen meedoen in de digitale samenleving. Eind 2021 hebben alle bibliotheken een Informatiepunt Digitale Overheid (IDO) waar mensen bijvoorbeeld terecht kunnen met vragen over hun belastingaangifte en is het cursusaanbod geïntensiveerd.
  • het stimuleren van persoonlijke ontwikkeling
    Bibliotheken dragen als partner in lokale en regionale leernetwerken bij aan de persoonlijke ontwikkeling van burgers, die is gericht op basisvaardigheden en arbeidsparticipatie.

In het convenant staat ook beschreven wat er nodig is om de toekomst van bibliotheekvoorzieningen te garanderen:

  • bibliotheken blijven goed bereikbaar en toegankelijk;
  • bibliotheken kunnen beschikken over voldoende en goed gekwalificeerd personeel (inclusief vrijwilligers);
    er komt een collectief landelijk bibliotheeksysteem;
  • samenwerking, certificering en monitoring en innovatie zijn belangrijke randvoorwaarden.

De partijen die het convenant ondertekenden zijn het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Interprovinciaal Overleg (IPO), Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), KB nationale bibliotheek, Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) en Stichting Samenwerkende POI’s Nederland (SPN).