Verdere ontwikkeling taalhuizen nodig voor terugdringen laaggeletterdheid
Dinsdag 24 mei is het rapport “Kwaliteit en toekomstbestendigheid taalhuizen” overhandigd aan Suzanne Hafidi van het ministerie van OCW. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Certificeringsorganisatie voor Bibliotheekwerk, Cultuur en Taal (CBCT). Het biedt een eerste inzicht in de sterktes en ontwikkelpunten van de taalhuizen bij de aanpak van laaggeletterdheid.
Tijdens de bijeenkomst, in de theaterzaal van de bibliotheek in Utrecht, hebben de onderzoekers de uitkomsten toegelicht en zijn de taalhuizen én landelijke organisaties het gesprek aangegaan over mogelijke vervolgstappen.
Bevindingen algemeen
De taalhuizen zijn operationeel sterk en hebben op lokaal niveau al veel en goed werk verzet bij de aanpak van laaggeletterdheid. Dat komt vooral door gemotiveerde en gedreven medewerkers en vrijwilligers. Maar de samenwerking tussen de lokale partners (gemeente, bibliotheek, welzijnsorganisaties etc.) moet beter verankerd worden. Ook is de financiële ruimte meestal te krap. Met het oog op de lange termijn moeten taalhuizen meer aandacht besteden aan organisatieontwikkeling en moeten zij het effect dat ze bereiken zichtbaarder maken.
Geen blauwdruk voor succes
De taalhuizen zijn nog betrekkelijk jong en volop in ontwikkeling. Het onderzoek leerde dat er vooralsnog geen “blauwdruk voor succes” bestaat. De Nederlandse taalhuizen verschillen namelijk sterk van elkaar in grootte, organisatie en budget. Ook verschillen de verwachtingen en eisen van de lokale en regionale belanghebbenden. Het gaat erom de voor de lokale situatie passende mix van bouwstenen te vinden.
Wankele balans
De meeste taalhuizen richten zich op de laaggeletterden met Nederlands als moedertaal. Deze groep komt in de maatschappij vaak niet goed mee. Binnen deze groep is ook veel schaamte en de drempel om er iets aan te doen is hoog. Het bereiken van deze doelgroep is daarmee een grote opgave voor de taalhuizen. Tegelijk worden de taalhuizen vaak overspoeld met hulpvragen uit de grote groep vluchtelingen. Taalhuizen hebben, mede vanwege de beperkte capaciteit, grote moeite hierop in te spelen.